Hoe herken je Eekhoorntjesbrood?
Eekhoorntjesbrood (Boletus edulis) is de eerste wilde paddenstoel die ik vol vertrouwen durfde te plukken. Hij is namelijk enorm goed te herkennen en bovendien niet te verwarren met giftige paddenstoelen. De hoed is bol met een licht tot donkerbruine kleur en een doorsnede van zo’n 8 tot 20 centimeter. Bij jonge exemplaren lijken de hoed en steel haast in elkaar door te lopen. Vaak zitten er ‘knabbelsporen’ van kleine knaagdieren op de hoed. De steel is lichtbruin en onderaan wat dikker. Er is geen ring. De poriën (kijk met een spiegeltje onder de hoed) zijn bij jonge exemplaren dicht bijeen en roomwit van kleur. Later lichtgeel tot donker geelgroen bij oudere exemplaren. De poriën zijn dan ook duidelijk te zien. Het vlees van Eekhoorntjesbrood is roomwit en stevig. Het verkleurt niet bij kneuzing. Het aroma is verfijnd en de smaak zoetig, nootachtig en typisch paddenstoelachtig. Pluk uitsluitend de stevige (doorgaans jongere) exemplaren. Deze zijn vaak nog niet bevolkt door maden. Dit kan je checken door een stukje van de hoed af te breken en te controleren of er kleine gaatjes in het vlees zitten. Zo ja, laat dan staan.
Waar kan je Eekhoorntjesbrood mee verwarren?
Er is eigenlijk geen giftige paddenstoel die op Eekhoorntjesbrood lijkt. De enige boleet die er wel enigszins op lijkt is de Bittere boleet (Tylopilus felleus). Deze paddenstoel is niet giftig, maar wel bitter van smaak en daarom niet eetbaar. Op één van de eerste ‘paddenstoelenjachten’ met mijn vader dachten wij een goed maaltje aan Eekhoorntjesbrood verzameld te hebben, echter zat er waarschijnlijk één Bittere boleet tussen, waardoor de maaltijd toch wel een beetje verpest was ;-). Hoewel de jeugdige exemplaren van de Bittere boleet erg kunnen lijken op Eekhoorntjesbrood, hebben de oudere exemplaren roze poriën, waarmee ze te onderscheiden zijn van Eekhoorntjesbrood. Mocht je toch nog twijfelen; leg een klein stukje van het vlees op je tong en spuug uit wanneer dit bitter is. Je weet dan zeker dat je met een Bittere boleet te maken hebt!
De vindplaatsen van Eekhoorntjesbrood
Er zijn inmiddels zeer veel plekken waar ik Eekhoorntjesbrood tegenkom. Ze zijn onder andere te vinden in gemengde bossen, parken en bermen. Zelfs op vrij schrale zandgrond ben ik ze weleens tegen gekomen. Meestal groeien ze in kleine groepjes. Als je er één spot, zijn er bijna altijd wel een paar anderen te vinden in een straal van 3 meter. Van het begin van de zomer tot aan ongeveer de eerste vorst zijn ze te vinden.
Hoe kan je Eekhoorntjesbrood bereiden?
Toen in net begon met wildplukken gebruikte ik Eekhoorntjesbrood altijd vers in (pasta)gerechten, vaak gemixt met andere paddenstoelen, knoflook, peterselie en Parmezaanse kaas. Simpel, maar heel smakelijk. Later pas ben ik mijn gevonden exemplaren gaan drogen in de oven. De smaak en het aroma worden dan onvoorstelbaar veel lekkerder! Ik gebruik de gedroogde plakjes in bouillons (voor Risotto), soepen en crèmes. Sinds ik het drogen heb ontdekt, gebruik ik ze eigenlijk nooit meer vers.